E-bikefabrikant Stella, The Body Shop, Blokker – zo maar enkele grote bedrijven die recentelijk failliet gingen of een surseance aanvroegen. Hoe groot is dan de kans op een doorstart?
Dat zocht advocatenkantoor Coda uit Amersfoort uit. Het grote plaatje: Nederland telt ruim 400.000 besloten vennootschappen, en sinds 1 januari 2020 gingen daarvan ongeveer 12.000 failliet. Dat is per jaar iets meer dan een half procent. In de meeste gevallen betreft dit kleinere bedrijven, bijvoorbeeld veel horecazaken in de coronaperiode.
Gedwongen bedrijfsbeëindiging
Een faillissement is een gedwongen bedrijfsbeëindiging maar onder omstandigheden kan een beëindiging worden voorkomen, namelijk als er een doorstart plaatsvindt. In dat geval blijft de ondernemer als (rechts)persoon failliet, maar het bedrijf zelf wordt voortgezet door een andere entiteit. Het komt regelmatig voor dat de ‘vorige’ ondernemer een sleutelrol heeft in die doorstart.
Doorstart
Uit het onderzoek van het advocatenkantoor blijkt dat in ongeveer 14 procent van alle (bedrijfs)faillissementen een doorstart plaatsvindt. Dat percentage is sinds 2020 behoorlijk stabiel. In 2021 was dit een fractie lager dan het gemiddelde, in 2023 iets hoger.
Aantal werknemers bepalend
Bij veel faillissementen is een doorstart onmogelijk omdat failliete vennootschappen ‘een lege huls’ zijn: er is niets meer om mee door te starten. Uit het onderzoek blijkt dat het aantal werknemers sterk bepalend is voor de kansen op een doorstart. Werken er in een bv slechts één of twee mensen, dan vindt zelden een doorstart plaats. De kans op een doorstart neemt toe én heeft de meeste kans op slagen bij ongeveer vijf medewerkers. Vanaf tien medewerkers neemt de doorstartkans weer langzaam af. Dit jaar waren bijna 3.300 medewerkers betrokken bij een doorstart. Ruim 5.500 werknemers waren dat niet – bij hen sloot het bedrijf de deuren en gingen hun banen verloren. Vorig jaar waren 6.746 medewerkers bij een doorstart betrokken en zagen ruim 6.000 werknemers het bedrijf sluiten en hun banen verloren gaan.
Financieel herstelpotentieel
Tot slot blijkt uit het onderzoek dat in gevallen waarin enige uitdeling aan schuldeisers heeft plaatsgevonden relatief vaker een doorstart is gerealiseerd. ‘Dit suggereert dat bedrijven met enig financieel herstelpotentieel meer kans hebben op een doorstart, mogelijk omdat er voldoende waarde resteert om een nieuwe start te rechtvaardigen’, aldus de onderzoeker. Vindt opheffing van een bedrijf plaats, dan wordt er niet vaak doorgestart: in minder dan 10 procent van de gevallen. Opheffing is dan ook de beëindigingswijze met de laagste doorstartkans. De kans erop is groter wanneer schuldeisers betaald krijgen (doorstartkans 14 procent), bij een goedkeuringsakkoord (18 procent) en bij een uitdelingslijst die door de rechtbank verbindend is verklaard (22 procent).
Meer informatie over het onderzoek.