Inhoudsopgave

Bewoner moet parkeerplaats met laadpaal voor zijn huis dulden

Een parkeerplek voor je huis met een laadpaal, niet iedereen is daar blij mee. Deze bewoner kon er niets tegen doen.

Voor het huis van een man liggen parkeervakken. Het college van B&W heeft twee parkeerplaatsen voor deze woning gereserveerd voor het opladen van elektrische voertuigen en één parkeerplaats als zodanig ingericht. Het bezwaar van de man daartegen heeft succes: het college ziet af van het aanwijzen van oplaadparkeerplaatsen omdat het nog te onduidelijk is of daaraan op korte termijn behoefte is. Een zogenoemde Charge Point Operator (CPO) dringt daar wel op aan. Later besluit het college om dit alsnog uit te voeren: nu is er wel behoefte aan een nieuw laadstation. Het dichtstbij geplaatste oplaadpunt wordt vaker gebruikt dan in de beleidsregels staat, dan is het tijd een nieuw oplaadpunt te installeren.

Redelijke beleidsregels

De man gaat in beroep bij de rechtbank Rotterdam. Dat hij eerder met succes is opgekomen tegen de aanwijzing van parkeerplaatsen voor elektrisch opladen, betekent niet dat hij erop mocht vertrouwen dat er op een later moment niet alsnog dergelijke parkeerplaatsen zouden worden aangewezen. De rechtbank vindt de beleidsregels redelijk, er was behoefte aan een nieuwe laadpaal. Dat kost wel een reguliere parkeerplaats, maar dat is niet zodanig nadelig voor omwonenden in verhouding tot de belangen van het opzetten van een deugdelijke laadinfrastructuur. De man is het daar niet mee eens en gaat in hoger beroep.

Parkeerdruk

Bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betoogt hij dat CPO’s vooral een commercieel belang hebben, want het bieden van veel laadplaatsen betekent een sterkere marktpositie. Volgens hem is het gebruik van omliggende laadpalen juist gedaald. De parkeerdruk blijft te hoog en dat wordt met het laadpaalparkeervak alleen maar hoger.

Verkeersbelangen

De Afdeling stelt dat het college beoordelingsruimte heeft bij de beantwoording van de vraag wat nodig is ter bescherming van de verkeersbelangen. Wel moet het college nagaan of er belanghebbenden zijn die nadelige gevolgen ondervinden van het verkeersbesluit. In ieder geval vindt ook de Afdeling dat het college eerder laadpalen mocht plaatsen dan wellicht strikt noodzakelijk om zo de groei van de vraag voor te blijven. Het commerciële doel van een CPO is niet relevant. De beleidsregels zijn niet onredelijk en het college mocht op grond daarvan concluderen dat er behoefte was aan een nieuwe laadpaal.

Oplaadinfrastructuur

Dat sprake is van een hoge parkeerdruk vormt, zoals ook het college aanvoerde, op zichzelf geen grond om die ene laadpaal niet te plaatsen. Het college heeft het belang van omwonenden bij voldoende parkeerplaatsen afgewogen tegen het belang van het creëren van een oplaadinfrastructuur. Het college heeft pas de helft van het aantal laadplekken gerealiseerd ten opzichte van het aantal gewenste laadplekken volgens het beleid. Dan is het noodzakelijk om nieuwe laadplekken te creëren. De Afdeling oordeelt dat het college, overeenkomstig het beleid, een doorslaggevend belang mocht hechten aan het creëren van één elektrische laadinfrastructuur ten koste van een reguliere parkeerplaats. De laadpaal mocht ook zo dicht mogelijk – binnen een straal van 150 meter – bij de aanvrager worden geplaatst. De plek bij het huis van de man was dan ook de beste locatie.

ECLI:NL:RVS:2025:439

Bron:Raad van State | jurisprudentie | ECLI:NL:RVS:2025:439 202303863/1/A2 | 04-02-2025
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn