Inhoudsopgave

Betalingsachterstand? Gas en energie mogen niet zomaar worden afgesloten

Een stel loopt betalingsachterstanden op bij de gas- en energieleverancier, die daarom dreigt het gas en de elektriciteit af te sluiten. Om dat te voorkomen stappen de man en vrouw naar de rechtbank Rotterdam. Die verbiedt de leverancier de levering van gas en elektra voor zes maanden op te schorten, maar dan moet het stel in die periode wel tijdig betalen.

Een stel raakt in de schulden. Volgens de vrouw zijn deze ontstaan toen de man bij haar in kwam wonen. Door een verkeerde inschatting van zijn inkomen verviel hun recht op toeslagen en hierdoor hebben zij betalingsachterstanden opgelopen, ook bij hun gas- en energieleverancier. Die dreigt hierop het gas en de energie af te sluiten. Het stel vraagt de rechtbank Rotterdam een voorlopige voorziening te treffen en te verbieden de nakoming van de verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst tot het geregeld afleveren van elektriciteit en/of gas op te schorten. Dit op grond van artikel 287b, lid 1, Faillissementswet (Fw), waarin staat dat een schuldenaar zo'n verzoek kan indienen als sprake is van een bedreigende situatie. 

Bedreigende situatie

Wat onder een bedreigende situatie wordt verstaan, staat in het tweede lid van artikel 287b Fw: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water en opzegging of ontbinding van de zorgverzekering. De vraag in deze zaak is of hier sprake van is. De rechtbank neemt hierbij de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas in overweging. Het stel heeft zich aangemeld bij schuldhulpverlening, die hierna contact heeft opgenomen met de leverancier. Die weigert echter mee te werken en wil de afsluiting doorzetten. Uit artikel 8 lid 2 sub a van bovengenoemde regeling blijkt dat de leverancier de energie en het gas niet mag afsluiten wegens wanbetaling, als het stel een bewijs heeft overgelegd van de aanvraag om schuldhulpverlening. Dit betekent dat de leverancier dus niet mag stoppen met het leveren van elektriciteit en gas. Nu uit door hem verstuurde e-mails blijkt dat hij de afsluiting wil doorzetten, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een bedreigende situatie. Uit de mails volgt namelijk dat de leverancier niet op de hoogte is van de regeling of er zich niet aan wil houden, aldus de rechtbank.

De wetgever heeft met een moratorium beoogd om een schuldenaar bij een – dreigende – executie een adempauze te bieden opdat de schuldenaar in staat wordt gesteld om met zijn schuldeisers een regeling overeen te komen.

Belangenafweging

Nu artikel 287b Fw geen criterium noemt op grond waarvan kan worden beslist of de voorlopige voorziening moet worden toe- of afgewezen, zoekt de rechtbank aansluiting bij de voorziening die in het vierde lid van artikel 287 Fw wordt genoemd. Daarbij moet een afweging worden gemaakt tussen het belang van het stel enerzijds en de schuldeiser, de leverancier dus, anderzijds. Het belang van de man en vrouw bestaat erin dat zij niet verstoken worden van de levering van gas en elektriciteit en dat ze het minnelijk schuldhulpverleningstraject kunnen doorlopen. Het belang van de leverancier is dat hij betaald krijgt voor zijn diensten.

Opschorten mag niet

Volgens de rechtbank is voldoende aannemelijk dat het stel de lopende termijnen kan en zal voldoen. De vrouw heeft ter zitting verklaard dat zij het laatste maandbedrag heeft betaald. Het stel heeft ook weer inkomsten uit een uitkering en heeft onder meer recht op huur- en toeslag. Hoewel de man en vrouw niet precies weten hoe hoog hun inkomen is, acht de rechtbank het voldoende aannemelijk dat zij genoeg inkomsten hebben om de leverancier maandelijks te betalen. Tegen die achtergrond weegt hun belang zwaarder dan dat van de leverancier. De rechtbank verbiedt de leverancier dan ook de levering van gas en elektra op te schorten voor de duur van zes maanden. In die periode moet het stel wel de rekeningen van de leverancier tijdig betalen. 

ECLI:NL:RBROT:2022:8631

Bron:Rechtbank Rotterdam| jurisprudentie| ECLI:NL:RBROT:2022:8631, C/10/644552 / FT EA 22/802 – C/10/644553 / FT EA 22/803 C/10/644554 / FT EA 22/804 – C/10/644555 / FT EA 22/805| 06-11-2022
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn