Inhoudsopgave

Bestuurders start-up gaan risico aan, dat is nog niet ‘lichtvaardig’ omgaan met schuldeisers

Voordat een start-up goed en wel bezig is, wordt het faillissement al uitgesproken. Zijn de bestuurders te lichtvaardig aan dit avontuur begonnen en zijn ze daarom persoonlijk aansprakelijk voor het faillissementstekort?

Deze start-up richtte zich op het ontwikkelen van loyaliteitskaarten, waarmee kaarthouders punten kunnen sparen waarmee ze wereldwijd kunnen betalen. Drie investeerders leggen in totaal € 100.000 in, hoewel de financieringsbehoefte het dubbele bedroeg. Als de loyaliteitskaart niet van de grond komt, vraagt een van de investeerders het faillissement aan, wat de rechtbank toewijst. Volgens de curator zijn de bestuurders veel te lichtvaardig en met onvoldoende financiële middelen het bedrijf gestart. Onduidelijk is ook wat er met het geïnvesteerde geld is gebeurd. De bestuurders wisten of behoorden te weten dat de start-up haar verplichtingen niet kon nakomen en dat haar schuldeisers daardoor zouden worden benadeeld. De curator stelt de bestuurders aansprakelijk voor het tekort in het faillissement wegens (kennelijk) onbehoorlijke taakvervulling en eist dat zij een voorschot op dit tekort betalen – wat zij niet doen.

Kennelijk onbehoorlijk bestuur

In het Burgerlijk Wetboek staat dat in geval van faillissement iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is voor het tekort in het faillissement, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur kan alleen worden gesproken als geen redelijk denkende bestuurder – onder dezelfde omstandigheden – zo zou hebben gehandeld. Voor een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling moet het bestuur hebben gehandeld met de wetenschap dat de schuldeisers zouden worden benadeeld.

Ondernemerschap

De start-up huurde personeel in via een ander bedrijf. Dat was geen beslissing die geen redelijk handelend bestuurder zou hebben genomen. Op die manier liep de start-up minder risico. Ook heeft het bedrijf aan de investeerders kenbaar gemaakt dat er meer financiering nodig was, en dat zij zonder die financiering niet verder kon. Ook is duidelijk gecommuniceerd dat de ontwikkeling van de kaarten de nodige uitdagingen met zich mee zou brengen. Er zijn investeringen gedaan in de verwachting dat het een succes zou worden. De kosten gaan in dit geval voor de baten. Dat de start-up niet aan de verwachtingen voldeed hoort bij ondernemerschap, vindt de rechtbank Overijssel.

Verhoogd risico

Bij de vervulling van hun taak moeten de bestuurders zich richten naar het belang van de vennootschap en dienen zij zorgvuldig om te gaan met iedereen die belangen heeft bij de vennootschap. In deze zaak hebben de bestuurders niet in strijd met het businessplan gehandeld en hebben zij de belangen van de schuldeisers niet uit het oog verloren. Handelscrediteuren zijn betaald, de huurovereenkomst is tussentijds ontbonden, een betalingsregeling is nagekomen. Investeerders wisten dat het om een start-up ging; dan bestaat de kans dat het geen succes wordt en dat zij hun geld niet terugkrijgen. Dit verhoogde risico op niet-terugbetaling was verdisconteerd in een extra vergoeding voor het geval de onderneming wel een succes zou worden. De bestuurders hebben hun taak niet onbehoorlijk vervuld.

ECLI:NL:RBOVE:2024:5216

Bron:Rechtbank Overijssel | jurisprudentie | ECLI:NL:RBOVE:2024:5216 | 08-10-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn