Inhoudsopgave

Bestelproces voor deelauto voldoet niet aan wettelijke eisen: klant hoeft niet te betalen

Een man huurt verschillende keren een deelauto bij een deelautobedrijf. Als hij weigert te betalen voor de door hem gereden ritten, stapt het deelautobedrijf naar de rechtbank Amsterdam. Om te beoordelen of de man een betalingsverplichting heeft, onderzoekt de rechtbank of het bedrijf heeft voldaan aan zijn informatieverplichtingen. Dat blijkt niet zo te zijn. 

Om bij dit deelautobedrijf gebruik te kunnen maken van een deelauto moet de klant online een abonnementsovereenkomst sluiten. Voor de afzonderlijke autoritten wordt steeds, ook online, een reserveringsovereenkomst gesloten.

Online consumentenovereenkomsten

Op basis van de wet gelden voor online overeenkomsten met consumenten verschillende verplichtingen. Zo moet een consument ‘op niet voor misverstand vatbare wijze’ duidelijk worden gemaakt als hij of zij een betalingsverplichting aangaat. Wordt daarbij gebruikgemaakt van een bestelknop, dan moet leesbaar en ondubbelzinnig blijken dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Verder moet de essentiële informatie van een overeenkomst duidelijk en begrijpelijk vóór het aangaan van de overeenkomst met de consument worden gedeeld.

Betalingsverplichting

Volgens de rechtbank voldoet het bestelproces voor de abonnementsovereenkomst bij het deelautobedrijf niet aan deze wettelijke eisen. Zo wordt met de gehanteerde bestelknoppen onvoldoende duidelijk gemaakt dat de klant een betalingsverplichting aangaat. De abonnementsovereenkomst komt tot stand door ⎻ na een overzicht van de maandelijkse abonnementskosten ⎻ op de knop ‘continue’ te drukken. Daarna kan men kiezen voor een betaalmethode. Deze keuze is echter niet noodzakelijk; iemand kan ook kiezen voor de knop ‘I’ll do it later’, terwijl er vanaf dat moment wel een betalingsverplichting ontstaat. Dit is dus niet in lijn met de eisen die aan zo’n bestelknop worden gesteld.

Essentiële informatie

Het bestelproces van de abonnementsovereenkomst geeft de consument daarnaast onvoldoende essentiële informatie. Zo wordt die niet geïnformeerd over de identiteit van het bedrijf en zijn contactgegevens, en ook niet over de (minimum)duur van de overeenkomst en de voorwaarden voor opzegging. Dat de consument via een link de algemene voorwaarden van het deelautobedrijf kan bekijken vindt de rechtbank onvoldoende. Het bedrijf had in het bestelproces naar de informatie moeten verwijzen.

Reserveringsovereenkomst

Het autodeelbedrijf heeft geen inzicht gegeven in het bestelproces van de reserveringsovereenkomst. Daardoor kan de rechtbank niet toetsen of het bedrijf in dat proces aan zijn informatieverplichtingen heeft voldaan. Omdat uit het bestelproces van de abonnementsovereenkomst blijkt dat het bedrijf niet heeft voldaan aan zijn informatieverplichtingen en de eisen voor de bestelknop en het bedrijf niet heeft laten zien dat het bestelproces bij de reserveringsovereenkomst wel aan de relevante eisen voldoet, wordt de vordering van het bedrijf afgewezen. De man hoeft niets te betalen.

ECLI:NL:RBAMS:2024:4387

Bron:Rechtbank Amsterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBAMS:2024:6669 10770682 \ CV EXPL 23-13999 | 30-10-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Of het nu een advieskwestie of bijstand in een procedure betreft, onze advocaten staan voor u klaar.

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn