Een faillietverklaring hoeft niet definitief te zijn. De gefailleerde kan daartegen hoger beroep aantekenen. Soms met succes.
Een vrouw wordt door de rechtbank Midden-Nederland op verzoek van een Belgische besloten vennootschap (bv) in staat van faillissement verklaard. Tegen dat vonnis gaat zij in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Ze wil dat het vonnis wordt vernietigd en dat het verzoek tot faillietverklaring alsnog wordt afgewezen.
Wettelijke eisen
Dat de vrouw door de rechtbank failliet is verklaard, was begrijpelijk. Aan alle wettelijke eisen was voldaan: de Belgische bv had – als aanvrager van het faillissement – geld van de vrouw tegoed, er waren meerdere schuldeisers en de vrouw betaalde niet meer. Nu stelt de vrouw dat zij niet meer verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Daarmee vervalt een van de voorwaarden voor faillietverklaring.
Betalingsregelingen
Ook volgens het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden staat niet voldoende vast dat de vrouw niet meer betaalt. Zij heeft betalingsregelingen getroffen met enkele schuldeisers en die regelingen zijn gecontroleerd. De eerste termijnen daarvan heeft de vrouw op de derdengeldenrekening van haar advocaat overgemaakt. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is akkoord met een voortzetting van de betaling van de gebruikelijke aflossingstermijnen. Schuldeisers die niet akkoord gingen met een betalingsregeling krijgen hun geld ook: die bedragen staan nu op de derdenrekening van de advocaat. Dat geldt ook voor het grootste deel van het door de curator opgegeven salaris. Het restant van dat salaris (€ 1.000) staat op de eigen bankrekening van de vrouw. Haar advocaat beschikt over een volmacht om – na vernietiging van het vonnis waarin de vrouw in staat van faillissement is verklaard – de bedragen aan de schuldeisers te voldoen.
Belastingdienst
Met de Belastingdienst is nog geen betalingsregeling getroffen. Deze heeft nog ruim € 48.000 van de vrouw tegoed, wat niet op de derdengeldenrekening van de advocaat staat. Wel krijgt de vrouw uitstel van betaling totdat met haar een betalingsregeling is overeengekomen. De curator en het gerechtshof gaan ervan uit dat de Belastingdienst zal instemmen met een betalingsregeling. De vrouw verdient als influencer ruim € 8.000 per maand. Dat geld kan zij bijna geheel gebruiken voor aflossingen, omdat haar partner de kosten van de huurwoning en de andere vaste lasten draagt.
Niet langer failliet
De Belgische bv, die eerder het faillissement aanvroeg, heeft geen bezwaar tegen het alsnog afwijzen van het verzoek tot faillietverklaring. De curator vindt dat de volmacht van de advocaat van de vrouw en de betalingsregelingen in orde zijn. De vrouw verkeert niet in een toestand dat zij heeft opgehouden te betalen, aldus de curator. Dat is ook het oordeel van het gerechtshof dat het verzoek tot faillietverklaring afwijst.