Bedrijven mogen hun buren niet hinderen met te veel lawaai. Is die hinder onrechtmatig, dan kan dat serieuze financiële consequenties hebben, zoals deze supermarkt ontdekte.
Een man woont met zijn gezin in een appartement boven een supermarkt. Hij heeft last van geluidsoverlast van de supermarkt. Hij stelt die daarvoor aansprakelijk en sommeert de winkel maatregelen te nemen. De supermarkt wijst aansprakelijkheid van de hand, waarop de man overgaat tot dagvaarding. Hij wil maandelijks € 682 van de supermarkt wegens materiële schade (een derde van de maandhuur) en eenmalig € 15.000 wegens immateriële schade.
Decibelnormen overschreden
Voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de man al jaren, sinds hij daar woont, last te hebben van loopgeluiden, rolgeluiden, stootgeluiden tegen wand, vloer en plafond, geluid van de papierpers en laagfrequente geluiden van de koelinstallatie. Uit de rapporten van onderzoeksbureaus blijkt dat de decibelnormen stelselmatig worden overschreden.
Onrechtmatige hinder
De wet bepaalt dat een eigenaar van een erf – dus ook een ondernemer – geen onrechtmatige (geluids)hinder mag toebrengen aan eigenaars van andere erven. Buren moeten wel enige hinder van elkaar accepteren. Of hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur ervan, de daardoor veroorzaakte schade en andere omstandigheden van het geval. Van belang is ook of degene die de hinder ervaart, daar is gaan wonen vóór of ná het tijdstip waarop de hinder is begonnen.
Bescherming
Uit de rapportages concludeert de rechtbank dat een deel van de door de man ervaren geluidsoverlast kan worden geobjectiveerd, namelijk voor wat betreft de overschrijding van de maximale geluidniveaus overdag. Dat geldt zeker voor de koelinstallatie. Deze geluidshinder is ook onrechtmatig. Alle geluiden die de man ervaart, zijn op zich niet vreemd voor een supermarkt, maar dan mogen deze normen nog niet worden overschreden: de normen dienen juist ter bescherming van geluidshinder afkomstig van een normale bedrijfsexploitatie. De overschrijding van de inpandige geluidshinder betreft slechts een paar decibel, maar wel meerdere keren per dag en dat al jarenlang.
Woonfunctie
Toen de man met zijn gezin hier ging wonen, was de supermarkt er al. Zij hebben dus een zekere mate van hinder te accepteren. Maar de woonfunctie boven een supermarkt impliceert dat wonen daar mogelijk moet zijn, dus dat de geluidsnormen niet worden overschreden. Nu de supermarkt onrechtmatige hinder heeft veroorzaakt, moet het de materiële schade vergoeden wegens verminderd woongenot. De rechtbank schat de vermogensschade op € 100 per maand vanaf de dag dat de man daar woont tot en met de datum van het vonnis, in totaal € 8.300.
Psychisch onbehagen
Ook krijgt de man een immateriële schadevergoeding. Hij beroept zich op geestelijk letsel, maar heeft dat onvoldoende concreet onderbouwd. Psychisch onbehagen en stress leveren een aantasting in zijn persoon op. De rechtbank begroot de immateriële schade op € 5.000. Verder krijgt de man de kosten vergoed voor de geluidsdeskundige die hij heeft ingeschakeld, € 11.336. De supermarkt wordt verder verboden om de geluidswaarden nog te overschrijden. Gebeurt dat wel, dan moet het de man een dwangsom van € 1.500 per dag betalen, met een maximum van € 100.000.