Inhoudsopgave

Bank niet aansprakelijk voor schade bij crypto-oplichting

Een klant van een bank wordt opgelicht door cryptofrauders. Hij verliest veel geld. Hij stelt zijn bank aansprakelijk: die heeft haar zorgplicht geschonden. De rechtbank ziet dat anders.

Een man leest een advertentie over handel in cryptomunten. Hij beheert als gevolmachtigde het vermogen van een oudere mevrouw. Dat vermogen, bijna een ton, boekt hij over naar een cryptoplatform om zo te beleggen in bitcoins. Hierover heeft hij contact met een ‘medewerker’ van het platform. In werkelijkheid is dit een oplichter, die de bitcoins op zijn eigen ‘wallet’ (een digitale cryptobetaalrekening) zet. De man kan er niet meer bij. Hij stelt zijn bank aansprakelijk voor de schade: die had de overboeking moeten tegenhouden of het bedrag moeten terughalen. Op banken rust immers een bijzondere zorgplicht. De rechtbank Amsterdam moet beoordelen of de bank die zorgplicht heeft geschonden.

Zorgplicht

Een bank moet er op toezien dat er op haar betaalrekeningen geen activiteiten plaatsvinden die een financieel gevaar vormen voor de rekeninghouder. Raakt een bank op de hoogte van onregelmatigheden, dan zal zij tot actie moeten overgaan. Onder financieel gevaar valt niet een onverantwoorde uitgave. De zorgplicht van een bank reikt niet zover dat het de bestedingsvrijheid van haar klanten aantast. Een vrijwillige betaling aan een cryptoplatform levert dus niet noodzakelijkerwijs een financieel gevaar op waarop de bank bedacht moet zijn. Gevallen van grove fraude of oplichting vormen wel een financieel gevaar. Ook hoeft een bank voor het uitvoeren van een betaalopdracht niet de juistheid van de vermelde gegevens te verifiëren. Is het opgegeven rekeningnummer achteraf incorrect, dan is de bank niet aansprakelijk voor de schade die de betaler daardoor lijdt. Wel is de bank verplicht, op verzoek van de betaler, zich in te spannen om het geld terug te krijgen.

Financieel gevaar

In deze zaak had de man in gesprekken met de bank niet verteld dat hij de controle over zijn computer uit handen had gegeven aan de oplichters. De bank had daarom geen ‘gevaarsbewustzijn’. Wel bevroor de bank de betaalopdrachten en is de betaalrekening geblokkeerd (vanwege het ongebruikelijk hoge bedrag), maar de bank deed dat slechts uit voorzorg. De bank handelde zonder dat zij daadwerkelijk wist dat er oplichters in het spel waren. De man omzeilde de bevriezing van de betaalopdrachten door de betaling alsnog via internetbankieren te laten verrichten door de oplichters. De bank mocht dus denken dat deze klant daadwerkelijk een groot geldbedrag wilde overmaken en wist niet dat de klant financieel gevaar liep. De bank handelde adequaat door direct contact te zoeken met de man, maar door zijn halve verhaal wist de bank niet dat hij werd opgelicht. De bank is niet in haar zorgplicht tekortgeschoten.

Vergissing

Had de bank moeten opmerken dat de tenaamstelling bij de betaling onjuist was? Immers, niet het cryptoplatform maar mevrouw was als begunstigde opgegeven. Nee, oordeelt de rechtbank: de bank hoefde de betaling via internetbankieren niet tegen te houden nu als rekeninghouder ‘mevrouw ’ werd opgegeven, terwijl dat nummer niet aan haar toebehoorde. Uitgangspunt is: een betaalopdracht wordt uitgevoerd naar het opgegeven rekeningnummer. Had de bank de betaalrekening van mevrouw moeten bevriezen? Zoiets ingrijpends kan redelijk zijn bij een vermoedelijke pleger van financiële criminaliteit, maar niet bij een vergissing in de betaalopdracht. En voor zover de bank wist, ging het hier slechts om een vergissing. De bank heeft ook voldaan aan haar inspanningsverplichting. De bank is niet aansprakelijk voor de schade die de man door de oplichting heeft geleden.

ECLI:NL:RBAMS:2023:1746

Bron:Rechtbank Amsterdam| jurisprudentie| ECLI:NL:RBAMS:2023:1746 C/13/726286 / HA ZA 22-991| 28-03-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn