Hoe snel moet een automobilist aan de kant gaan als er een ambulance met zwaailicht en sirene nadert? Het aantal seconden is niet in de wet geregeld. Desondanks kreeg deze bestuurder een boete.
Het gebeurde op de A12: een automobilist zou een ambulance (met zwaailicht en sirene) niet hebben laten voorgaan. Daarvoor krijgt hij een boete van € 250, die hij aanvecht tot aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Boete niet rechtvaardig
Zijn verweer: hij werd ingehaald door een busje dat zijn uitzicht naar achteren belemmerde. Daardoor zag hij te laat dat er een ambulance aan kwam. Hij is daarna ‘zo snel mogelijk’ naar rechts gegaan. Die boete vindt hij om die reden niet rechtvaardig. In deze zaak reed achter de ambulance een politieauto. De verbalisant constateerde dat de bestuurder niet door leek te hebben dat er een ambulance en een politievoertuig met optische en geluidssignalen reden. Hij kon de bestuurder niet staande houden omdat hij achter de ambulance reed.
Reglement verkeersregels en verkeerstekens
In het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 staat dat weggebruikers een voorrangsvoertuig moeten laten voorgaan, en wel onder alle omstandigheden. Een voorrangsvoertuig is een motorvoertuig dat de ‘optische en geluidssignalen’ voert. Maar wat ‘voorlaten’ is, is niet gedefinieerd. Er is dus, aldus de bestuurder, niet geregeld binnen hoeveel seconden men een voorrangsvoertuig moet laten voorgaan. Een bestuurder heeft daartoe de nodige ruimte, vindt hij. De verbalisant had daarom moeten vermelden of er mogelijkheden waren om aan de kant te gaan en hoe lang het heeft geduurd voordat de bestuurder dat deed.
Snelheid aanpassen
Daar is het gerechtshof niet mee eens. Het staat vast dat de gedraging is verricht – de bestuurder heeft het erkend, de politieagent heeft het gezien. Van weggebruikers mag worden verwacht dat zij hun aandacht bij het verkeer houden en dus ook alert zijn op het naderen van voorrangsvoertuigen. Wanneer weggebruikers een sirene horen, kunnen zij niet altijd onmiddellijk en precies bepalen waar dit voertuig is. Wel behoren zij, als zij een sirene horen, hun snelheid zodanig aan te passen dat zij in staat zijn om dit voertuig te laten voorgaan als het dichterbij komt – ze moeten dan naar de rechter rijstrook. Dat deze bestuurder de ambulance niet heeft gezien en ook de geluidssignalen van twee achter elkaar rijdende voorrangsvoertuigen niet heeft gehoord, komt voor zijn rekening. Dat hij niet veel ‘bekeuringen’ heeft gehad, zoals hij stelt, is geen aanleiding om het boetebedrag te matigen.