Een auto op naam van een ander zetten, is dat een schenking? Wordt de ander daarmee eigenaar of leent hij de auto? Over zo’n kwestie moest de rechtbank Amsterdam onlangs oordelen.
Op grond van de wet wordt degene die een goed houdt (de ‘bezitter’), vermoed dit goed voor zichzelf te houden en daarmee de rechthebbende te zijn. Het verschil tussen bezit en eigendom is vaak lastig, ook in deze zaak.
‘Geen gift’
Een stel krijgt een kind, dat op jonge leeftijd plotseling overlijdt. Om het verdriet te compenseren kopen de ouders van de man een auto (€ 16.000), die ze op naam laten zetten van de vrouw. Zo krijgt de vrouw meer bewegingsvrijheid en kan ze haar vrienden weer bezoeken. Een klein jaar later verbreekt de vrouw de relatie. Haar schoonouders eisen de auto terug en stappen daarvoor naar de rechtbank Amsterdam. De auto was bedoeld voor het stel samen, niet alleen voor de vrouw, zeggen zij. Alleen uit ‘praktische reden’ was het kenteken op naam van de vrouw gezet, de bedoeling was dat de schoonouders de eigenaren bleven. Van een gift is geen sprake: zij zouden nooit zo'n groot bedrag aan de vrouw schenken. Volgens de vrouw is nooit gesproken over bruikleen.
Vermoeden van eigendom
In deze zaak wordt vermoed dat de vrouw de eigenaar van de auto is, omdat zij als bezitter de auto gebruikt. Dit wordt versterkt nu de auto op haar naam staat en zij alle kosten (verzekeringspremie, onderhoud, wegenbelasting) betaalt. De ex-schoonouders moeten, aldus de rechtbank, het vermoeden dat de vrouw eigenaar is maar zien te weerleggen.
Niet uitgeleend
Volgens de rechtbank is niet expliciet afgesproken dat het alleen ging om het ‘gebruik’ van de auto. Niet is gebleken dat de auto aan de vrouw werd uitgeleend. Uit de opmerking dat de auto voor haar werd gekocht, mocht de vrouw opmaken dat zij deze in eigendom zou krijgen: de schoonouders wilden de auto graag aan de schoondochter ‘geven’. De schoonouders stelden zelf voor de auto op naam van de schoondochter te zetten. Zo kunnen zij het vermoeden dat de vrouw eigenaar van de auto is geworden niet weerleggen.
Grote schenking
Daarnaast is gebleken dat de ex-schoonouders hun kinderen jaarlijks € 6.000 schenken. Het was voor hen dus niet ongewoon grote bedragen te schenken, hoewel de auto duurder was. Ook speelt mee dat er een uitzonderlijke – droevige – aanleiding was om voor de vrouw de auto aan te schaffen. Daardoor is de bovengemiddelde schenking minder buitengewoon. De rechtbank oordeelt dat de vrouw eigenaar van de auto is geworden en deze niet hoeft terug te geven. Daarvoor hadden de schoonouders anders maar betere en duidelijke – op papier – afspraken moeten maken.