Dat het auteursrecht van de architect de opdrachtgever in een lastig parket kan brengen wordt maar weer eens duidelijk in een tweetal recente zaken, waarin architecten, met een beroep op hun auteursrecht, zich hebben verzet tegen de bouw van woningen. In de eerste casus (Rechtbank Gelderland, 24 maart 2016) eiste de architect, die van mening was dat zijn exploitatierecht geschonden werd, dat de bouw van woningen direct stop gezet zou worden. In de tweede zaak (Rechtbank Amsterdam, 21 maart 2016) probeerde de architect om de sloop van een door hem ontworpen gevel tegen te houden, omdat hij van mening was dat sprake was van schending van zijn persoonlijkheidsrecht.
1. Geen toestemming voor gebruik tekeningen architect
Casus
Architectenbureau A heeft een concept bedacht waarmee het mogelijk is om op korte termijn betaalbare nieuwbouwwoningen te realiseren. Een onderaannemer krijgt de opdracht om de woningen daadwerkelijk te bouwen. Wanneer deze failliet gaat, geeft de hoofdaannemer opdracht aan een andere onderaannemer (B) om het werk af te maken. B bouwt verder aan de woningen, gebruikmakend van de tekeningen van A. Volgens A maakt B hiermee inbreuk op de auteursrechten van A op het concept en de tekeningen van de woningen. A wil dat B de bouwwerkzaamheden direct stillegt.
Aannemer bouwt zonder toestemming
Op de tekeningen van A rust auteursrecht. Omdat B de woningen (af)bouwt conform de tekeningen van A, komt het werk ‘aan het publiek ter beschikking’ en is ook sprake van het openbaar maken van een verveelvoudiging zoals vermeld in de Auteurswet. Oorspronkelijk was het de eerste onderaannemer die toestemming heeft gekregen van A om de ontwerpen te gebruiken voor de bouw van de woningen. Het overnemen van het bouwproject van de eerste onderaannemer maakt nog niet dat B daarmee ook de rechten heeft verkregen om de woningen conform de ontwerpen van A te bouwen. A heeft B nooit toestemming gegeven hiervoor. Nu B degene is die de tekeningen feitelijk verveelvoudigt, maakt B inbreuk op de auteursrechten die op die tekeningen rusten.
Auteursrecht weegt zwaarder dan nadelen van bouwstop
Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. B geeft aan dat, indien de vorderingen van A worden toegewezen, de bouw moet worden stopgezet. In dat geval worden de belangen van B en die van de kopers van de woningen geschaad, omdat een bouwstop zal leiden tot vertraging. Hoewel een bouwstop zeker ongelukkig en nadelig kan zijn, rechtvaardigt dat niet de inbreuk op het auteursrecht van A. A heeft er belang bij om haar auteursrechten door middel van een verbod te beschermen tegen gebruik zonder toestemming en zonder vergoeding. Er is daarnaast geen goede grond waarom B zonder zo’n vergoeding te betalen gebruik zou mogen maken van het auteursrechtelijk beschermde werk van A. De rechter laat daarom het auteursrecht van A zwaarder wegen dan de omstandigheden met betrekking tot de bouwstop die B naar voren heeft gebracht.
Verder bouwen? Eerst betalen voor ontwerpen architect
B moet dus stoppen met de bouw van de woningen en betalen voor de ontwerpen van A. B heeft de opdracht overgenomen van de eerste onderaannemer, wat betekent dat het project, en daarmee de winst of het verlies, voor rekening en risico van B is. Zeker in de huidige tijd, waarin faillissementen van bouwbedrijven regelmatig voorkomen, is het denkbaar dat lopende bouwprojecten door een ander bouwbedrijf worden overgenomen. In een dergelijk geval is het dus raadzaam de voorgeschiedenis ten aanzien van de ontwerpen van de architect van deze projecten eerst in kaart te brengen alvorens verder te gaan met de bouwwerkzaamheden.
2. Persoonlijkheidsrecht architect niet geschonden: werk mag worden gesloopt
Casus
In de tweede casus beroept de architect zich op zijn persoonlijkheidsrecht. Architect A heeft van de eigenaar van een gebouwencomplex opdracht gekregen om een nieuwe gevel voor het complex te ontwerpen. Na de oplevering heeft het complex een aantal jaren dienst gedaan als kantoorruimte. Koper K koopt op enig moment het gebouwencomplex en wil er woningen van maken. Hij heeft daarvoor een ingrijpende transformatie gepland. A verzet zich tegen de realisatie van de plannen op grond van zijn persoonlijkheidsrecht en vordert bij de rechter K te verbieden om uitvoering te geven aan de plannen tot transformatie van het gebouwencomplex.
Totale vernietiging is géén wijziging of aantasting
Nu A de maker van (alleen) de gevel van het gebouw is, komen hem persoonlijkheidsrechten toe. Maar kan A zich nu met een beroep op deze persoonlijkheidsrechten verzetten tegen de plannen van K? Volgens de Auteurswet kan de maker van een werk zich verzetten tegen (c) elke andere wijziging in het werk, tenzij deze wijziging van zodanige aard is, dat het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid, en (d) elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de goede naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid. In eerdere rechtspraak is bepaald dat wanneer een werk, waarop auteursrecht rust, totaal wordt vernietigd, er geen sprake is van aantasting van het werk in de zin van de Auteurswet. Bij de beoordeling van de vraag of daarvan sprake is, is het uitgangspunt niet of het casco van het gebouw blijft staan, maar of kenmerkende elementen van het oude ontwerp zichtbaar blijven in het nieuwe ontwerp. Daarvan is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in dit geval geen sprake. Uit de plannen blijkt dat het casco niet geheel wordt gehandhaafd maar dat hiervan onderdelen worden gesloopt. Verder wordt geoordeeld dat alle voor het ontwerp van A karakteristieke delen worden gesloopt. Het uiteindelijke resultaat zal in niets meer doen denken aan het ontwerp van A. De rechter concludeert dan ook dat sprake is van totale vernietiging van de gevel, welke niet een wijziging of aantasting oplevert in de zin van de Auteurswet.
Géén misbruik van recht of onrechtmatigheid
Onder omstandigheden kan vernietiging van een exemplaar echter wel misbruik van recht opleveren of onrechtmatig zijn jegens de maker. Is daar dan wellicht sprake van? Uit de eerder genoemde rechtspraak blijkt dat in geval van een uniek exemplaar, zoals een gebouw, de eigenaar slechts tot vernietiging mag overgaan indien daarvoor gegronde redenen bestaan. K heeft in dit geval wel degelijk gegronde redenen om over te gaan tot vernietiging. Het gebouw staat al zes jaar leeg en K heeft inmiddels de helft van de aankoopwaarde moeten afschrijven. Behalve dat sprake is van kapitaalverlies is leegstand niet bevorderlijk voor de maatschappij. Het ombouwen van het kantoorpand zodat het geschikt is voor woondoeleinden is nodig gezien de bestaande stijl van het gebouw en de eisen die in de huidige tijd aan woningbouw worden gesteld. Voor de transformatie wordt 80 miljoen euro geïnvesteerd, wat aangeeft dat K niet over één nacht ijs gaat. Dit belang van K staat tegenover het belang van A die als maker van een unieke gevel van een gebouw onmiskenbaar een belang heeft bij het in stand houden daarvan. Het is echter niet de bedoeling dat een architect zijn opdrachtgever of een nieuwe eigenaar kan dwingen om een eenmaal door hem ontworpen gebouw tot zijn dood of nog langer ongerept in stand te houden. Daarbij komt dat A voldoende in de gelegenheid is en wordt gesteld om zijn werk te documenteren. De voorzieningenrechter neemt daarom niet aan dat A’s belang zwaarder weegt dan dat van K. De conclusie is dan ook dat geen sprake is van misbruik van recht en dat K niet onrechtmatig handelt.
In huidige tijd is slopen vaak onvermijdelijk
De architect wordt in het ongelijk gesteld en zijn vorderingen worden afgewezen. Hij kan de plannen van K niet langer tegenhouden; K kan de transformatie ongehinderd voortzetten. Voor een geslaagd beroep op zijn persoonlijkheidsrechten is het voor een architect van belang of er bij een verbouwing sprake is van een wijziging dan wel misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke de eer en goede naam van de architect in diskrediet zouden kunnen brengen. De rechtspraak maakt hierbij onderscheid tussen het gedeeltelijk vernietigen van een werk of het totaal vernietigen van een werk. Wanneer een bouwwerk totaal wordt vernietigd, kan geen sprake zijn van aantasting van het werk in de zin van artikel 25 van de Auteurswet. In dat geval zal moeten worden bekeken of de vernietiging wellicht misbruik van recht oplevert of onrechtmatig is jegens de maker. In de praktijk is het voor de eigenaar van een pand, die overweegt het te slopen, aan te bevelen om vooraf na te gaan of een architect persoonlijkheidsrechten heeft en zo ja of hij deze wil handhaven. Het moet dan gaan om een gebouw of een wezenlijke verbouwing uit de afgelopen zeventig jaren, ontworpen door een architect. De bouweisen, opgenomen in het Bouwbesluit 2012, zijn echter de afgelopen jaren behoorlijk aangescherpt. De voorschriften met betrekking tot veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu zijn aanzienlijk gewijzigd. Als gevolg daarvan zal een ouder gebouw of pand niet snel meer voldoen aan de huidige bouweisen en zal het ook niet altijd even gemakkelijk aan te passen zijn aan de nieuwe eisen. Het zal voor een eigenaar van een pand dus eenvoudiger zijn om aan te tonen dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om een gebouw of wezenlijke verbouwing te handhaven.
Vragen?
Bent u architect en vraagt u zich af hoe in hoeverre uw eigen werk wordt beschermd? Of maakt u, als opdrachtgever of eigenaar van een gebouw, plannen voor een ingrijpende verbouwing? Zorg dat u niet voor verrassingen komt te staan en neem contact met ons op voor een helder en duidelijk advies: bel 026-3522824 of mail naar bouwrecht@dekempenaer.nl.