Vier mensen willen dat twee bestuurders van een stichting worden ontslagen. Dan moet het viertal wel ‘belanghebbende’ zijn. De rechtbank legt uit wanneer iemand dat is.
Deze zaak gaat over een stichting die een manege drijft. Die manege wordt gebruikt door een vereniging en door zogeheten ‘stallers’: mensen die er een pony of paard stallen en waarvoor met de stichting een pensionovereenkomst wordt gesloten.
Verwaarlozing van taken
Vier leden van de vereniging vragen de rechtbank Midden-Nederland om twee bestuurders van de stichting te ontslaan. In het Burgerlijk Wetboek staat dat een bestuurder van een onderneming op verzoek van een belanghebbende door de rechtbank kan worden ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van omstandigheden zodat het voortduren van het bestuurderschap in redelijkheid niet kan worden geduld. De vraag is: zijn deze leden aan te merken als ‘belanghebbenden’?
Tweekringenleer
Daarvoor heeft de rechtspraak in 2006 de tweekringenleer ontwikkeld. Belanghebbenden zijn degenen die bij de uitkomst van de procedure een eigen belang hebben en degenen die op een andere wijze zo nauw betrokken zijn bij het onderwerp van de procedure dat zij op grond daarvan een belang hebben.
Geen belanghebbende
Drie van de vier leden zijn geen belanghebbende, stelt de rechtbank: ze maken geen deel uit van de eerste kring van betrokkenen, zoals bestuurders van de stichting of (rechts)personen die gelieerd zijn aan de stichting. Zij behoren ook niet tot de tweede kring, want zij hebben niet onderbouwd dat zij nauw betrokken zijn geweest bij de onderwerpen die aanleiding vormen voor het ontslag van de twee bestuurders. Ze hebben slechts een pensionovereenkomst met de stichting en zijn lid van de vereniging – dat is onvoldoende om belanghebbende in deze procedure te zijn. Dit drietal is niet-ontvankelijk in hun verzoek.
Ex-bestuurder
De vierde persoon in deze procedure is een ex-bestuurder van de stichting, maar ook oud-bestuurders kunnen belanghebbende zijn. Toen hij nog stichtingsbestuurder was heeft hij vragen gesteld over de taken van de beheerder van de manege en een verzoek gesteund van een medebestuurder om de financiële administratie te laten controleren. Niet lang daarna is hij als bestuurder door de rest van het bestuur ontslagen en zijn ook de pensionovereenkomsten met hem opgezegd. Het functioneren van de beheerder, de financiële administratie en het opzeggen van pensionovereenkomsten zijn onderwerpen die in deze procedure worden genoemd ter onderbouwing van het ontslag van de twee bestuurders. Daarom is deze oud-bestuurder belanghebbende.
Geen wanbeheer
De man beweert dat de bestuurders op eigen houtje bestuursbesluiten namen (het aannemen en betalen van personeel, het contracteren van leveranciers, het inschakelen en betalen van een aannemer en het kopen van een shovel), maar hij toont dat onvoldoende aan. Ook het verwijt dat de bestuurders zichzelf belonen staat niet vast. Dat sprake is van financieel wanbeheer is ook al niet gebleken. Kortom: er is geen enkele reden om de bestuurders te ontslaan. De proceskosten zijn voor rekening van de leden die deze procedure zijn gestart: € 1.726.