Een handhavingsverzoek van een belangenorganisatie voor de agrarische sector wordt afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak voor de Raad van State bevestigt in deze uitspraak het oordeel van de rechtbank dat de organisatie geen belanghebbende is bij dit verzoek vanwege natuurbeschermingsredenen.
Een belangenorganisatie voor de collectieve belangen van de agrarische sector vraagt een college van burgemeester en wethouders om handhavend op te treden tegen een distributiecentrum van een supermarkt. Dit distributiecentrum wordt zonder natuurvergunning geëxploiteerd, terwijl zo’n vergunning volgens de belangenorganisatie wel vereist is, nu de transportbewegingen van en naar het centrum leidt tot stikstofuitstoot op beschermde natuurgebieden. Het handhavingsverzoek wordt door het college buiten behandeling gelaten, omdat de belangenorganisatie volgens het college geen belanghebbende is bij dit verzoek. De belangenorganisatie gaat in beroep bij de rechtbank Noord-Nederland, maar die komt tot hetzelfde oordeel. De belangenorganisatie vraagt nu om een oordeel bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Geen belanghebbende
De rechtbank oordeelde dat de belangenorganisatie geen belanghebbende is bij het verzoek om handhaving. De reactie op dat verzoek is daarom geen besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Volgens de belangenorganisatie is dit onjuist en heeft zij wel degelijk belang bij haar verzoek. Volgens de statuten behartigt zij de collectieve belangen van agrariërs, maar feitelijk zet zij zich ook in voor natuurbeschermingsbelangen, aldus de belangenorganisatie. De agrarische sector is tenslotte afhankelijk van een gezonde natuur. Daarnaast wil de belangenorganisatie met het handhavingsverzoek duidelijk maken dat er buiten de agrarische sector ook andere sectoren zijn die bijdragen aan de stikstofuitstoot. Om deze redenen vindt de belangenorganisatie dat ze wel degelijk belanghebbende is.
Rechtstreeks belang
De Afdeling gaat daar niet in mee. Volgens de wet is een rechtspersoon belanghebbende als deze op basis van zijn statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks belang bij een bestreden besluit heeft. Daar is hier volgens de Afdeling geen sprake van. De statutaire doelstellingen van de belangenorganisatie zijn gericht op de behartiging van de collectieve belangen van de agrarische sector. Deze collectieve belangen zijn niet rechtstreeks betrokken bij een handhavingsverzoek vanwege natuurbeschermingsredenen. Dat agrariërs ook bezig zijn met natuurbeheer en dat gezonde natuur voor hen belangrijk is, betekent volgens de Afdeling niet dat de collectieve belangen van de belangenorganisatie daarop zijn gericht. Het gaat de belangenorganisatie in de eerste plaats om de belangen van de agrarische sector en die zijn niet gelijk aan de natuurbeschermingsbelangen, aldus de Afdeling. Dat zij met het handhavingsverzoek duidelijk wil maken dat ook andere sectoren bijdragen aan de stikstofuitstoot leidt volgens de Afdeling evenmin tot de conclusie dat zij belanghebbende is. De belangenorganisatie kan daardoor niets doen tegen de afwijzing van het verzoek om handhaving.