Veel later dan gepland kan een stratenmaker de opdracht van een gemeente uitvoeren. Die vertraging kwam doordat andere aannemers te laat waren. De stratenmaker wil een vergoeding voor die te late start.
Een stratenmaker legt in opdracht van een gemeente in een nieuwbouwwijk nieuwe bestrating aan, voor een aanneemsom van bijna € 2 miljoen. Omdat er bij de bouw van de woningen (door andere aannemers) en de aanleg van kabels en leidingen vertragingen zijn opgetreden, begint de stratenmaker drie maanden later dan gepland met het werk. Als ook tijdens de uitvoering daarvan door diverse omstandigheden vertragingen optreden, wordt de klus ruim acht maanden na de oorspronkelijk afgesproken datum opgeleverd. De stratenmaker vindt dat de gemeente een vergoeding moet betalen voor extra kosten die hij heeft gemaakt als gevolg van de vertraagde start. De gemeente vindt juist dat de stratenmaker een boete (€ 79.803) moet betalen omdat de afgesproken opleverdatum is overschreden.
Boete
Die boete gaat niet door, oordeelt de rechtbank Amsterdam: de gemeente heeft erkend dat de vertraging van andere partijen van invloed was op de werkzaamheden van de stratenmaker. Ook komt de gemeente veel te laat met die claim: niet direct na oplevering maar pas bij de procedure bij de rechtbank.
Vertragingsschade
Maar ook de stratenmaker vist achter het net. Het is niet duidelijk welke schade hij precies heeft geleden. In het bestek stond zelfs geen startdatum. Wel is duidelijk dat de gemeente het bouwterrein niet tijdig aan de stratenmaker ter beschikking heeft gesteld, en daardoor niet haar medewerking heeft verleend aan de uitvoering van het werk. De uitgestelde start kan aan de gemeente worden toegerekend, ook al kwam dit door andere aannemers die de gemeente had ingeschakeld. De vertraging ligt zo in de risicosfeer van de gemeente.
Correct begroten
De stratenmaker heeft dus in beginsel recht op een vergoeding. Maar hij moet daarvoor de schade wel concreet en onderbouwd begroten. De stratenmaker hanteerde echter een andere wijze van schadebegroting: hij wees op de uitlooptijd van de bouw na de aanvankelijk overeengekomen opleverdatum. Die benadering is niet juist, oordeelt de rechtbank: dat de bouw is uitgelopen doordat later is gestart, betekent een verschuiving van het tijdvak waarin wordt gewerkt, maar nog niet dat sprake is van schade.
Geen vergoeding
De stratenmaker stelt dat hij in het kader van de voorbereiding al kosten heeft gemaakt, maar licht niet toe wat voor kosten dat waren, hoe hoog die kosten waren en in hoeverre dat kosten zijn die hij niet zou hebben gehad als hij op tijd met het werk had kunnen beginnen. Ook is niet gebleken dat de stratenmaker de gemeente heeft laten weten kosten te hebben gemaakt als gevolg van de uitgestelde startdatum. Zo heeft de stratenmaker onvoldoende onderbouwd dat hij als gevolg van de vertraagde start schade heeft geleden, en krijgt dan ook geen schade vergoed.