Inhoudsopgave

Aandeelhouder mag Whoa-akkoord niet belemmeren

Binnen een vennootschap is de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) bevoegd bestuurders en commissarissen te benoemen en te ontslaan. Maar deze bevoegdheid kan worden beperkt, bijvoorbeeld tijdens een Whoa-procedure.

Een vennootschap verkeert al enkele jaren in financieel noodweer. Het bestuur start een Whoa-procedure (Wet homologatie onderhands akkoord) om de schulden te ‘herstructureren’, zodat een faillissement kan worden afgewend. De vennootschap onderhandelt al lang met financiers, de finish is in zicht. Maar de aandeelhouders zijn het niet eens met dit herstructureringstraject. Ze zijn van plan de voorzitter van de raad van commissarissen (RvC) te ontslaan. Maar dat ‘ontregelt’ het traject, vindt het bestuur. De aandeelhouders klagen ook dat zij te weinig informatie krijgen over het traject.

Stemrecht beperken

Het bestuur van de vennootschap vraagt de rechtbank Zeeland-West-Brabant om gedurende het akkoordtraject het stemrecht van de aandeelhouders te beperken, zodat zij geen bestuurder of commissaris mogen benoemen, schorsen of ontslaan. De Wet homologatie onderhands akkoord biedt dergelijke mogelijkheden wanneer schuldeisers of aandeelhouders niet willen meewerken aan de herstructurering van de onderneming. In de Faillissementswet staat ook dat bepaalde regels over de besluitvorming door de AvA niet van toepassing zijn wanneer op basis van de Whoa een akkoord wordt aangeboden. Een aandeelhouder mag een Whoa-akkoord niet belemmeren.

Ceo buitenspel

De aandeelhouders vinden dat de voorzitter van de RvC in strijd met de governanceregels handelt. Zo wordt de ceo buitenspel gezet door de financiële directeur en de voorzitter van de RvC. Die twee willen het Whoa-akkoord doorzetten en handelen daarmee niet in het belang van de vennootschap, en dus niet in het belang van de gezamenlijke schuldeisers en aandeelhouders. Het ontslag van de RvC-voorzitter belemmert de herstructurering volgens de aandeelhouders niet. De rechtbank moet onderzoeken of de wettelijke bevoegdheid om het stemrecht te beperken ook in dit geval mag worden uitgeoefend.

Bestuur heeft de leiding

Binnen de Whoa is de positie van de AvA al ingeperkt. Zo kan worden voorkomen dat het bestuur door weerstand bij de aandeelhouder(s) niet toekomt aan het in gang zetten van een traject dat kan leiden tot een onderhands akkoord. De wetgever heeft ervoor gekozen om het bestuur de lead te geven bij een herstructurering, niet de aandeelhouders. Mochten de schuldeisers of de aandeelhouders van mening zijn dat hun belangen niet voldoende worden gerespecteerd door de vennootschap, dan kunnen zij een verzoek doen tot het benoemen van een herstructureringsdeskundige.

Ordemaatregel

De Faillissementswet geeft een schuldenaar (hier de vennootschap) de mogelijkheid een ordemaatregel te vragen om de belangen van de schuldeisers of de aandeelhouders te beveiligen. Zo kan zelfs de vennootschapsrechtelijke structuur tijdelijk worden gewijzigd, zoals het beperken van aandeelhoudersbevoegdheden. De rechtbank kan zelfs maatregelen treffen met onomkeerbare gevolgen en van ingrijpende aard.

Geen schending governanceregels

Dat kan ook in deze zaak, oordeelt de rechtbank. Het traject om te komen tot een onderhands akkoord bevindt zich in een vergevorderd stadium. Dit akkoord kan snel aan de schuldeisers en aandeelhouders ter goedkeuring worden voorgelegd. Ook de ceo kan zich hierin vinden – hij wordt niet overruled, constateert de rechtbank. Dat de aandeelhouders stelstelmatig te weinig informatie krijgen, is niet aangetoond. Ook is niet gebleken dat de voorzitter van de RvC de governanceregels schendt, zodat er geen aanleiding is hem te ontslaan. Dit zou bovendien het herstructureringstraject alleen maar vertragen, vermoedt de rechtbank, omdat een nieuwe voorzitter moet worden gezocht en die is niet zomaar voorhanden.

In alle rust

Alles opgeteld wijst de rechtbank de voorziening die de vennootschap vraagt toe: de AvA mag de voorzitter, een commissaris of het bestuur voor de duur van de akkoordprocedure niet ontslaan, vervangen of schorsen. Het bestuur moet het proces in alle rust kunnen voortzetten, zonder de dreiging van aandeelhouders om het bestuur of (de voorzitter van) de RvC de laan uit te sturen.

Observator

Nu er tussen de bij het Whoa-traject betrokken partijen en belanghebbenden een gespannen verhouding is, stelt de rechtbank ambtshalve een observator aan die toezicht houdt op het proces van voorbereiding en totstandkoming van het akkoord.

ECLI:NL:RBZWB:2022:8628

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2022:8628 | 10-09-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn