Inhoudsopgave

Aanbieder schuldeisersakkoord moet aantonen dat schuldeiser dit heeft ontvangen

Een bedrijf dat schuldeisers een akkoord voorlegt over hoe de schulden worden afgewikkeld, moet wel kunnen aantonen dat die schuldeisers dit hebben ontvangen. Ook al stemt de meerderheid van de schuldeisers in met het akkoord, dan nog kan de rechtbank de homologatie ervan afwijzen als niet vaststaat dat de bevoegde bestuurders van de schuldeisers dit akkoord hebben gekregen.

Een bedrijf verkoopt en ontwikkelt onderdelen van zonnepanelen. Als het in financiële moeilijkheden komt, doet het een beroep op de Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa), en biedt zijn schuldeisers een akkoord aan over de afwikkeling van de vorderingen.

Homologatie

Op grond van de Faillissementswet kan een schuldenaar de rechtbank schriftelijk vragen om homologatie van het akkoord als ten minste één klasse van schuldeisers met het akkoord heeft ingestemd. Hoewel enkele individuele schuldeisers tegen stemden, stemden de vier klassen in z’n geheel vóór het akkoord. De rechtbank wijst een verzoek tot homologatie toe (dan zijn ook de tegenstemmers hieraan gebonden), tenzij zich één of meer afwijzingsgronden voordoet. Zo moet duidelijk zijn dat alle stemgerechtigde schuldeisers en de aandeelhouder zijn geïnformeerd over het akkoord. De rechtbank moet ambtshalve onderzoeken of de stemgerechtigde schuldeisers zijn geïnformeerd over het akkoord en dit dus hebben ontvangen.

Niet ontvangen

Dit bedrijf kon niet aantonen dat het alle schuldeisers heeft geïnformeerd. De rechtbank constateert dat van twee schuldeisers niet kan worden vastgesteld dat zij kennis hebben kunnen nemen van het akkoord, nu niet is gebleken dat dit aan hen is verzonden, laat staan dat dit is ontvangen. Daarnaast is bij meerdere schuldeisers niet gebleken dat zij de e-mail met het akkoord daadwerkelijk hebben gekregen. Dat is al een reden om de homologatie af te wijzen.

Bij de juiste personen

Maar het moet ook duidelijk zijn dat het akkoord bij de juiste personen (bestuurders) terecht is gekomen. Een e-mail naar de debiteurenadministratie van een schuldeiser of naar het algemene info-mailadres is niet voldoende, zelfs als vaststaat dat de mail daar is ontvangen. Als een schuldeiser uiteindelijk niet heeft gestemd, moet de rechtbank kunnen vaststellen of het akkoord wel bij de juiste, beslissingsbevoegde mensen is terechtgekomen. Het zonnepanelenbedrijf had daarom navraag moeten doen bij zijn schuldeisers op welk e-mailadres het aanbod mocht worden gedaan. Dat is hier niet gebeurd. Nu niet vaststaat dat het bedrijf heeft voldaan aan de plicht om de stemgerechtigde schuldeisers te informeren over het schuldeisersakkoord, wijst de rechtbank de homologatie van het akkoord af.

ECLI:NL:RBLIM:2024:4565

Bron:Rechtbank Limburg | jurisprudentie | ECLI:NL:RBLIM:2024:4565 332001 / FT RK 24-281 | 15-07-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn